Per 1 januari 2018 is het huwelijksvermogensrecht veranderd. In deze blog een korte uitleg over wat er nu precies is veranderd (in vergelijking met het oude stelsel) en wat de gevolgen voor echtparen zijn (met tips!).
Oude situatie (van 1838 tot en met 2017)
Tot en met 31 december 2017 trouwde je in Nederland volgens de wet automatisch in gemeenschap van goederen. Dit stelsel dateerde al uit 1838. Gemeenschap van goederen houdt in dat alle individuele bezittingen en schulden van een echtpaar, nadat ze zijn getrouwd, gemeenschappelijk worden. Dit met uitzondering van bezittingen, waarvan bij testament of bij schenking is bepaald dat ze individueel blijven (en met uitzondering van nog enkele specifieke rechten).
Nieuwe situatie met ingang van 1 januari 2018
Op 1 januari 2018 is de nieuwe wet voor het huwelijksvermogensrecht in werking getreden. Je trouwt dan automatische in beperkte gemeenschap van goederen in plaats van het -oude stelsel- onder gemeenschap van goederen.
Hoofregels van dit nieuwe stelsel zijn:
- Alle individuele bezittingen van vóór het huwelijk, houd je privé *
- Alles wat het echtpaar tijdens het huwelijk verkrijgt, is gemeenschappelijk
*Niet alles van voor het huwelijk is privé. Hierbij gaat het alleen om datgene wat echt 100% van een partner alleen is. Datgene wat aanstaande echtgenoten reeds vóór het huwelijk samen hebben gekocht, valt wel gewoon onder gemeenschap van goederen.
Gevolgen nieuw huwelijksvermogensrecht 2018
Zoals bij elke verandering, zijn er nogal wat nieuwe punten waar een echtpaar rekening mee moet houden. Hieronder deze aandachtspunten:
Administratie nauwkeurig bijhouden
Binnen het nieuwe stelsel is er één belangrijke voorwaarde. Het echtpaar moet voor ieder afzonderlijk een goede administratie bijhouden. Doe je dit niet, dan worden de privévermogens toch nog gemeenschappelijk. Dit betreffen drie administraties, te weten:
- Privé-administratie van partner 1 (het voor-huwelijkse privévermogen)
- Privé-administratie van partner 2 (het voor-huwelijkse privévermogen)
- Gemeenschappelijk vermogen (alles wat door het echtpaar na /in het huwelijk verkregen is)
Overlijden / echtscheiding
Bij het einde van een huwelijk, door bijvoorbeeld echtscheiding of overlijden, zijn er nu dus drie vermogens (conform de drie administraties hierboven beschreven) die verdeeld moeten worden. Het is dus zaak dat deze alle drie zeer goed geadministreerd worden. Dit om onaangename verrassingen bij een eventuele echtscheiding tegen te gaan. Want dit kan voor problemen gaan zorgen wanneer bijvoorbeeld partner 1 keurig de privé-administratie heeft bijgehouden en partner 2 heeft dit niet gedaan. Dan moet het privévermogen van deze partner 2 wel 50/50 worden verdeeld en dat van partner 1 niet. In de praktijk zal dit naar verwachting, m.n. bij echtscheidingen, vaak vervelende strijd opleveren.
TIP: Voorkom problemen achteraf en houd van het begin af aan goede administraties bij.
Erven en schenken
Regel hierbij is dat alle erfenissen en schenkingen, zowel vóór of tijdens het huwelijk, voortaan altijd van de betreffende persoon privé blijven. Maar let op: Het is nu dus niet zo dat ouders geen testament meer hoeven op te stellen om vast te leggen dat alleen hun kind aanspraak op de erfenis of schenking krijgt. Het is namelijk zo dat het kind en diens partner zelf kunnen afwijken van dit nieuwe wettelijke systeem. Dit kunnen ze namelijk doen door het opstellen van huwelijkse voorwaarden, waardoor erfenissen en schenkingen toch 50/50 met elkaar zullen moeten worden verdeeld in geval van echtscheiding.
Voor mensen die vóor 1 januari 2018 zijn getrouwd, blijft het oude stelsel gelden. Dat betekent dat erfenissen en schenkingen, ook na 1 januari 2018, nog steeds in de gemeenschap van goederen van het kind vallen. Tenzij ouders dit via een privé- of uitsluitingsclausule in hun testament hebben vastgelegd.
TIP: Ouders moeten nu dus ook nog steeds langs de notaris om in een testament (met een privé- of uitsluitingsclausule) vast te leggen dat de erfenis of schenking alleen 100% voor het kind bestemd is. Dit om te voorkomen dat ex-partners van hun kind er bij een echtscheiding aanspraak op maken.
Ondernemers
Wanneer één van beide aanstaande echtgenoten ondernemer is dan wel aandelen in een B.V. heeft, is dat ook nog even een extra attentiepunt. Onder het nieuwe stelsel blijft deze voor-huwelijkse onderneming dan gewoon onder het privévermogen van de betreffende partner vallen.
Hoeven er dan geen huwelijkse voorwaarden meer te worden gemaakt in geval van een ondernemer?
De nieuwe regel hiervoor is dat deze voor-huwelijkse onderneming buiten de gemeenschap van goederen valt, maar dat de ondernemer wel een redelijke vergoeding voor vaardigheden, kennis en arbeid moet betalen aan de gemeenschap waarin de andere partner (die geen ondernemer is) voor de helft is gerechtigd. Een redelijk vaag begrip, want hoe hoog moet die redelijke vergoeding zijn? Bij een echtscheiding komt dit tot uiting. Over de exacte hoogte hiervan zal dan naar verwachting vaak flinke strijd gevoerd gaan worden. Het toch opstellen van huwelijkse voorwaarden kan dit dan voorkomen.
Tip: Het is dus aan te bevelen om nog steeds huwelijkse voorwaarden op te stellen in geval van een ondernemer / onderneming.
Huis kopen
Veel mensen wonen vaak eerst samen, alvorens ze gaan trouwen. Vaak wordt er door samenwoners ook al samen een huis gekocht. Soms gebeurt dit echter in ongelijke verhoudingen, omdat partner 1 bijvoorbeeld meer geld te besteden heeft dan partner 2 (bijvoorbeeld in de verhouding 70/30). Echter, als dit stel dan gaat trouwen, verschuift deze ongelijke eigendomsverhouding van het huis van 70/30 naar een gelijke 50/50 eigendomsverhouding (met gesloten beurzen). Dit hoeft gevoelsmatig voor de echtgenoten geen probleem te zijn, maar dat is natuurlijk voor iedereen persoonlijk. Mocht je deze verschuivingen in het vermogen willen voorkomen, dan is het verstandig om al vóór het huwelijk langs de notaris te gaan voor huwelijkse voorwaarden (waarin dan deze eigendomsverhouding van 70/30 vermeld staat).
Onderlinge vermogensverschuivingen
In de nieuwe situatie zijn er twee privévermogens. Echter, hiertussen kunnen in de loop van het huwelijk verschuivingen optreden. Bijvoorbeeld omdat partner 1, zijn/haar privégeld uit bijvoorbeeld een schenking, gebruikt voor de verbouwing van het huis waarin zij nu samen wonen (en dat huis is voor 100% privé-eigendom van partner 2 doordat hij/zij deze vóór het huwelijk alleen heeft gekocht). Partner 1 heeft dan een vordering op partner 2. Als ze dan na jaren toch besluiten te gaan scheiden, dan is het zaak dat dit alles goed geadministreerd is. De vordering van partner 1 wordt namelijk gesteld op een deel van de waarde van de woning en niet van het totaal aan verbouwingskosten wat hij/zij heeft betaald met het geld uit de schenking. Het belang van goede administraties hierbij is dus groot!