Deze vraag is best interessant en leeft veel onder spaarders. In deze blog zal ik in het kort de verschillen tussen een deposito en spaarrekening uitleggen. De keuze tussen deze twee spaarvormen is natuurlijk weer erg persoonlijk en situatieafhankelijk. Voor een goed advies hierover, afgemeten op jouw persoonlijke financiële situatie, kun je het beste een afspraak maken met jouw bank.

Sparen op een deposito, hoe werkt dat?

Je zet met een deposito je spaargeld voor een bepaalde periode vast. De looptijd van deze periode mag je zelf kiezen, meestal ligt dit tussen minimaal 1 maand en maximaal 20 jaar. Let wel op: Tijdens deze looptijd mag je geen geld storten of opnemen van de deposito. Hoewel er wel een paar banken zijn waarbij dit wel mag, maar dan betaal je wel een hoge boete. Ook hebben sommige banken een paar uitzonderingen, onder bepaalde omstandigheden mag je dan wel wat geld hieruit opnemen zonder boete. Denk hierbij aan een scheiding of arbeidsongeschiktheid.

In ruil voor de beperking van opnames en stortingen in een deposito, krijg je wel de zekerheid van een vaste rente gedurende de looptijd. En deze rente is vaak aanzienlijk hoger dan de variabele rente op een spaarrekening (op dit moment is de rente op een gewone spaarrekening nagenoeg nihil bijvoorbeeld…). Hierbij geldt ook, hoe langer de looptijd, hoe hoger de vaste rente die je ontvangt. Nadeel kan echter wel zijn dat je, omdat je niets van rentestijgingen of -dalingen merkt, je ook niet kunt profiteren van een eventuele rentestijging in de toekomst.

Sparen op een gewone spaarrekening, hoe werkt dat?

Een gewone spaarrekening kent vrijwel iedereen wel. En veel mensen hebben die ook. Een gewone spaarrekening heeft niet de hierboven beschreven beperkingen van een deposito. Je kunt wanneer je maar wilt geld opnemen of storten op je spaarrekening. Een gewone spaarrekening is hiermee dus veel flexibeler dan een deposito.

Echter, de rente op een spaarrekening staat niet vast zoals bij een deposito. Een gewone spaarrekening heeft een variabele rente. De bank mag op elk moment besluiten om de spaarrente te verhogen of te verlagen, hierin zijn ze in principe vrij. Dit hangt dan vaak samen met de economische situatie in Europa/wereld op dat moment, om het zo maar te zeggen. Banken volgen in hun rentestand namelijk vaak de Euribor. Euribor, oftewel Euro Interbank Offered Rate, is eenvoudig gezegd de prijs die een bank aan andere banken betaalt voor kortlopende leningen. Maar door die fluctuerende rentestand op je spaarrekening, is het moeilijk in te schatten wat jouw uiteindelijke rendement op deze spaarrekening zal zijn.

Deposito of spaarrekening, wat is nu een slimme keuze?

Een deposito is het overwegen waard als je een bepaald bedrag (vaak geldt er wel een minimuminleg) voor een langere tijd echt kunt missen. Als je dit geld dan op een deposito zet, krijg je veel meer rente dan je op een gewone spaarrekening zou hebben gekregen. Bijkomend voordeel is dat je met een deposito alvast een bedrag reserveert (voor bijvoorbeeld de studie van je kind) zonder dat je dit ergens anders aan kunt uitgeven. Je kunt er dus gedurende de gehele looptijd van de deposito -in principe- niet meer bij.

Voor kleinere spaardoelen (bijvoorbeeld een renovatie van de badkamer) en als veilige financiële buffer (bijvoorbeeld als je witgoed plotseling stuk gaat), kun je kiezen voor een gewone spaarrekening. Je kunt dan steeds over je geld beschikken. Er zijn ook mensen die het geen fijn idee vinden om niet meer over hun geld te kunnen beschikken zoals bij een deposito. Dan is de keuze voor een gewone spaarrekening natuurlijk ook fijner voor hen.

Tot slot

Wat je keuze ook zal zijn, het is altijd wel verstandig om naast een deposito ook wat geld op een gewone spaarrekening te zetten. Zodat je hiermee wel onvoorziene uitgaven op kunt vangen (denk aan je witgoed wat stuk gaat of andere noodzakelijke kosten).

Overleg ook altijd eerst met jouw bank wat -voor jouw financiële situatie- de beste keuze zal zijn.