Volgende week is het 1 mei. Dat betekent dat iedere belastingplichtige weer zijn aangifte Inkomstenbelasting moet hebben verstuurd. Tegenwoordig is het niet zo heel erg moeilijk meer, aangezien de Belastingdienst veel gegevens al vooraf heeft ingevuld (natuurlijk zelf nog wel even goed controleren op juistheid en volledigheid). Echter, het blijkt dat veel mensen geld laten liggen omdat ze op het eind van de aangifte niet goed met de verdeeloptie bezig gaan.
Wat is de verdeeloptie in de belastingaangifte?
Als je op de website van de Belastingdienst bent ingelogd in jouw aangifte Inkomstenbelasting doorloop je alle stappen. Op het einde van de aangifte kom je dan, mits je een fiscale partner hebt, bij de stap ¨Verdelen¨ (in de rubriek Aanvullende vragen -> Verdelen). Het kan zijn dat je dan iets denkt in de trant van ¨ik ben er bijna/ het is bijna af / ik heb geen zin meer¨, en je hier te gemakkelijk aan voorbij gaat. Echter, hier kun je juist nog wat geld ¨verdienen¨ door hier even voor te gaan zitten. Al doe je maar wat trial & error tot je de meest gunstige verdeling vindt. Het kost je misschien hooguit een kwartiertje om de meest voordelige verdeling te vinden, dus pak er gezellig nog even een kopje koffie bij. De online aangifte berekent steeds automatisch wat de door jou ingevoerde verdeling oplevert.

Let op: Zoals hierboven ook gezegd, het verdelen geldt logischerwijs alleen als je een fiscale partner hebt. Fiscale partners zijn gehuwden, geregistreerd partners en samenwonenden met een samenlevingscontract. Fiscale partners kunnen in de aangifte zelf kiezen hoe ze onderling hun aftrekposten en vermogen in de aangifte verdelen. Het slim verdelen van deze aftrekposten en vermogen kan soms honderden euro’s (of meer) belastingvoordeel opleveren. Iedere verdeling mag, als het totaal maar steeds 100% is.
Wat is de beste verdeling (en de gedachte hierachter)?
Heel simpel gezegd: Hoe lager je inkomen, hoe minder belasting je hoeft te betalen. Dus als je jouw aftrekposten/kosten toebedeeld aan degene met het hoogste inkomen, dan kan het zijn dat dit inkomen (minus deze aftrekposten) in een lager belastingtarief valt. En je per saldo dus minder belasting hoeft te betalen.
Stelregel: In de meeste gevallen kun je dus het beste alle aftrekposten aan de meestverdienende partner toeschuiven en alle bijtellende inkomsten uit vermogen aan de minst verdienende partner.
Het ligt soms wel wat complexer dan de stelregel die ik hierboven heb neergezet. In dat geval is er sprake van een zekere bandbreedte voor de verdeling die voor de minste belasting zorgt. Die bandbreedte komt voort uit de verschillende belastingschijven die we in box 1 hebben. Het is dan handig om ook een deel van de aftrekposten dan wel bijtellende inkomsten uit vermogen aan de andere partner toe te rekenen (dus een beetje tegen bovenstaande stelregel in). Bijvoorbeeld 80%/20% of een andere verdeling. Net wat het gunstigst uitpakt. Zoals gezegd, kun je dus het beste met de rekentool in de aangifte met wat verschillende onderlinge verdelingen experimenteren, totdat je het gunstigste punt hebt bereikt (lees: het minst hoeft te betalen dan wel het meest terugkrijgt).
Zodra je een mooie verdeling hebt gevonden, is het nog enkel op akkoord klikken, nog wat (afsluitende) vragen beantwoorden, alles nog even controleren en verzenden maar! 🙂