Met ingang van 1 november 2015 is de Nederlandse wetgeving betreffende de jaarrekening (Titel 9 Boek 2 BW) op een aantal punten gewijzigd in verband met de implementatie van de EU-Richtlijn Jaarrekening. Een belangrijke wijziging is o.a. dat het -met ingang van het boekjaar 2016- niet meer is toegestaan om buitengewone baten en lasten (ook wel bijzondere baten en lasten genoemd) op te nemen in de jaarrekening (artikel BW 2: 377 lid 1 letter b en lid 7 (eerste deel) is namelijk vervallen). Hoe zit dit ook alweer? Dat kun je lezen in deze blog.

Onder de buitengewone baten en lasten mochten voorheen uitzonderlijke oftewel incidentele bedragen worden opgenomen, die niet onder de gewone bedrijfsvoering vielen. Nu worden deze posten niet meer als bijzonder of buitengewoon aangemerkt. Ze moeten nu gewoon rechtstreeks onder de betreffende kosten-/opbrengsten in de resultatenrekening worden opgenomen. Dat betekent dat in de resultatenrekening de posten ¨resultaat (en belastingen) over gewone bedrijfsuitoefening¨ en ¨buitengewoon resultaat en belastingen buitengewoon resultaat¨ niet meer voorkomen. Er is alleen nog maar sprake van bedrijfsresultaat, belastingen en resultaat na belastingen.

Wel is sindsdien met een nieuwe wettelijke bepaling (BW 2: 377 lid 8) bepaald dat het bedrag en de aard van deze bijzondere/buitengewone baten en lasten, die van uitzonderlijke omvang zijn of in uitzonderlijke mate voorkomen, apart moeten worden vermeld en toegelicht. De wetgever bedoelt hierin met de termen ¨uitzonderlijk¨, ¨buitengewoon¨ en ¨bijzonder¨ (¨bijzonder¨ was de RJ-term) trouwens gewoon hetzelfde.

Voorbeeld: De bijzondere/buitengewone baten en lasten die betrekking hebben op voorgaande jaren (hierbij kun je bijvoorbeeld denken aan een wijziging in het bedrag van een schatting voor een claim) moeten nu dus opgenomen worden onder de overige bedrijfskosten (buitengewone lasten) of overige opbrengsten (buitengewone baten) en deze moeten tevens naar aard en omvang goed toegelicht worden.

De verplichting een toelichting op uitzonderlijke baten en lasten op te nemen geldt trouwens alleen voor alle rechtspersonen, ongeacht hun grootte. Alleen micro-ondernemingen hoeven deze aparte vermelding niet op te nemen.

Bron: NBA